Nudisten, muggenkolonie & een lieve, Belgische mams

Sevilla, Facinas, El Palmar, Caños & Tarifa, 23- 28 juli

Woensdag weet ik nog niet precies wat ik ga doen. Ik wil in ieder geval even de stad uit en de natuur in. Na een hoop gegoogle (het is lastig zonder tent en eigen vervoer) vind ik uiteindelijk iets via Airbnb in de buurt van Facinas: ‘Project Off Road’. Het ziet er leuk uit en is een soort eco community grenzend aan een natuurgebied en op slechts 10 km afstand van het strand, dus besluit ik om 17:30 de bus die kant op te pakken (ik heb dan nog geen reactie terug van ‘Flow’ (de eigenaar van de plek), dus ga er eigenlijk een beetje op de ‘Bonne Voy’ naartoe, maar denk dat ’t wel goedkomt). Als de bus 2,5 uur later op een grote weg in de buurt van Facinas stopt, heb ik een beetje mijn twijfels; het is namelijk nogal in ‘the middle of nowhere’. Ik stap toch maar uit en zie gelukkig aan de andere kant van de weg een café-restaurant waar ik vast wel even mijn mail kan checken. Ik steek de grote weg over en loop rondom het gebouw: niets, geen leven. Het is gesloten. Ik loop naar de achterkant van ’t gebouw en wonder boven wonder stopt daar net een taxi; te toevallig (waardoor ik natuurlijk ook extra alert ben)! Ik laat hem een foto van google maps zien waar de accommodatie ongeveer zou moeten zijn. Voor zeven euro brengt hij me een heel stuk op weg; de laatste 400 meter loop ik zelf. Pittig met al die tassen op een zanderig & stenerig pad, maar uiteindelijk sta ik voor een groot hek. En wat zie ik daar…? Twee naakte mensen. ‘Is this Airbnb?’ roep ik naar ze. ‘Yeah, come in!’ antwoord éen van de twee. Onhandig open ik het hek en loop ik het terrein op met mijn drie tassen. Flow blijkt de “jongen” te zijn; hij geeft me een knuffel, naakt. Ik doe maar of het de normaalste zaak van de wereld is; de tweede naakt-ervaring deze reis. Niet dat het ábnormaal is, maar dit had ik ff niet verwacht. Op éen of andere manier kan het me eigenlijk niet héel veel schelen, net als die keer in Nice; ik blijf er gewoon neutraal onder. En dan zit ik daar wat op ’t gras met al mijn spullen in de nabijheid van deze twee nudisten. Ik heb geen idee hoe en wat; er wordt me niets verteld. Al mijn centen zijn ook op, maar het is oké als ik het later overmaak, zegt ‘ie. Ik kijk dan zelf maar wat rond: in de bekers in de keuken zitten spinnenwebben en mieren, de bank waar ik op wil zitten kleeft aan m’n kont en de spiegel bij de douche zit vol vieze spetters. ‘Ach ja, boeien!’, denk ik eerst, maar als hij mijn slaapplek laat zien die onwijs rommelig en waarschijnlijk ook niet schoongemaakt is, zeg ik er toch maar wat van. Dit is gewoon geen plek waar je gasten kunt ontvangen: vies, rommelig en totaal niet “klantgericht”. En dan ben je wel geen vijf sterren hotel (zoals hij zich verweerde), maar gasten betalen er wel voor… Na dit “akkefietje” doen we toch maar normaal tegen elkaar en ga ik op tijd slapen.

De keuken

De keuken

De volgende ochtend wil ik meteen weg. Half twaalf zijn ze nog niet wakker, dus laat ik een briefje achter met mijn mailadres waar hij zijn bankrekeningnummer naar kan sturen, zodat ik het geld kan overmaken (ik weet dat dat niet hoort, maar ál mijn geld was op, ze hadden geen internet om het geld gelijk over te maken en het was echt een prut plek) en vertrek ik lopend als een pakezel over het baggerpad naar Facinas. Het is pittig, maar gelukkig niet bloedheet en ik voel me nu een echte backpacker/avonturier. Op de geasfalteerde weg twijfel ik of ik ga liften, maar ik besluit dat ik trots op mezelf kan zijn als ik het zelf naar Facinas maak. Eenmaal aan de rand van Facinas ben ik onwijs blij dat er een restaurant met Wi-Fi is, zodat ik vandaaruit mijn reis verder kan plannen. Wat ben ik blij dat ik niet in een échte ‘middle of nowhere’ zit. Ik wil super graag naar éen van de mooie stranden Caños de Meca, Zahara de los Atunes, Bolonia of surfplek El Palmar, maar een accommodatie en transport vinden is echt een onmogelijke opgave. Ik raak steeds verder van de echte plek waar ik heen wil vandaan (op google maps) en kom uiteindelijk weer uit in Cadiz. Gelukkig vind ik een BlaBlaCar die me hier kan oppikken: lucky me! Dus zo eindigt het avontuur hier en rijd ik met Antonio mee naar Cadiz, waar ik bij backpackers hostel Cadiz Inn aanklop: op internet helemaal volgeboekt, maar in real life blijkt er gelukkig nog een plekje te zijn. Het ziet er niet érg leuk uit, maar de mensen zijn onwijs aardig en ik deel een kamer met drie gezellige Duitsers. Als ik dan eindelijk mijn bed opplof en mijn (moeders) wandelschoenen uittrek, schrik ik me een hoedje: mijn rechtervoet is bezaaid met muggenbulten van mijn kleine teen tot en met m’n enkel: het zit hélemaal vol; net of ik een rare ziekte heb. Meer dan vijftig, misschien wel tachtig. Nee, geen grapje; dit keer overdrijf ik niet! Ook op de rest van mijn lichaam stikt het van de muggenbulten, maar die voet slaat alles; hij is nauwelijks nog te zien. Slapen is die nacht, naast de ontiegelijke warmte (geen airco), dan ook een hel…

De volgende ochtend wil ik dan eindelijk écht naar ’t strand: hippie playa Caños de Meca. Maar weer is vervoer een probleem: geen bus; geen BlaBlaCar. Wat zou ik toch graag dat oude VW campertje hebben: geen gezeur de hele tijd. Ik kies er dan maar voor naar Conil te gaan: een aardig surfersplaatsje met een heleboel (souvenir)winkeltjes en restaurantjes en ik eindig in echt een héle leuke: Waki Mama! Zo’n heerlijke, relaxete sfeer, goede muziek, goed eten (wat ik zag) en ótnzettend leuk ingericht. Top plek! Vervolgens tijd op strand gelegen en daarna met de bus terug naar Cadiz.

Waki Mama

Waki Mama

Zaterdagochtend weet ik weer niet wat ik ga doen. Het liefst zou ik eigenlijk naar een lekker relaxed spa hotel gaan óf naar huis. Maar in het hoogseizoen is het zo lastig iets te vinden en voor de 28e heb ik al een hostel in Granada geboekt waarvan ik tussendoor vijf keer de data gewijzigd heb, dus ik kan het nu gewoon niet cancelen… Ik ben het heen en weer reizen echter gewoon zat. De dingen die ik nu nog op het programma staan lijken me (en leken me voordat ik vertrok eigenlijk al) het leukst, maar ik ben nu al ruim zes weken van huis weg, waarvan een groot deel van die tijd niet écht leuk was (wat je afmat en “zwakker” maakt) en heb ik het nu eigenlijk ook wel gehad en ben ik eraan toe “iedereen” weer te zien. Maar goed, twaalf uur pak ik dan toch maar de bus naar Caños die verbazingwekkend genoeg vrijwel leeg is. Daar ga ik opzoek naar een hostel… Wat een hele opgave is: het is hoogseizoen en weekend, dus alles zit vol. Daarnaast heb ik geen tent en ben ik afhankelijk van het openbaar vervoer, wat zó frustrend is. Ik wil gewoon naar die mooie stranden en surfen!! Na twee uur rondstruinen en nog geen hostel gevonden te hebben, besluit ik dan maar de bus terug naar El Palmar te pakken. Ook in El Palmar vraag ik hostels, maar echt álles zit vol. Ten einde raad (nou ja, als ik écht niets heb, kan ik terecht bij twee CouchSurfers in Conil, dus het is niet het éinde van de wereld…) loop ik naar Surfschool ‘On the Spot’ waar ik om vijf uur een surfles kan doen. Stiekem hoop ik, omdat zij de ‘locals’ zijn, dat zij wel iemand voor me weten. Bezweet en op kom ik daar aan. Ik doe mijn verhaal en moet moeite doen mijn tranen (die daar al de hele dag verborgen zaten) in te houden. Maar oh, wat heb ik een geluk: de moeder van Jochen, een Belg die de eigenaar van de surfschool is, slaapt hier in een appartement alleen en wil mij wel bij haar laten slapen. Ah, en dan komen de tranen. Van al het gedoe vandaag én van opluchting. Dan is het tijd om even te relaxen en om kwart voor zes gaan we, vijf Spanjaarden, de surflerares (Jochens vriendin) en ik, naar het strand. Ik heb het op het droge vrij snel onder de knie en in het water gaat het redelijk. Maar de golven worden al gauw steeds minder, waardoor het bijna onmogelijk is nog te surfen. Voor beginners is het hier echter perfect, want het zijn echt golfjés. Door de hele dag vind ik het niet écht leuk, maar later deze reis ga ik zelf nog wel de golven pakken. ’s Avonds ga ik lekker op tijd om bed om heerlijk te slapen 🙂

Surfen

Surfen

Zondag vertrek ik naar Caños om daar op het strand te chillen en keer ik eind de middag terug naar El Palmar om met een stuk of acht mensen te surfen. Weer niet écht leuk, maar chiller dan de eerste keer. Daarna is het ’s avonds tijd voor vervoer uitzoeken voor morgen in populair lounge café El Dorado (tevens éen van de weinige plekken in El Palmar met internet), met paps en mams bellen, 11 uur avondeten maken en vervolgens m’n bed in stappen. Dat waren mijn daagjes in muggenmekka en surf El Palmar dan. Morgen ga ik naar Tarifa en vandaaruit naar Granada. Nog ruim een weekje leuke dingen (hoop ik) en dan lekker terug naar huis. EINDELIJK!

Hasta Luego! xx

Relaxed Portugal & Vurig Spanje (waarschuwing: dit is een lang verslag!)

Estoi, Faro, Loulé & Faro, 14-17 juli

In Estoi word ik om kwart voor tien ‘s avonds met een knuffel door Stu(art) ontvangen en
naar het hostel gebracht. Bij aankomst geeft hij me een kleine rondleiding voor ik het
bed in mijn kamertje van 5 à 6 m2 in duik. Met 30 graden stap ik de volgende ochtend om
kwart over tien m’n bed uit: tijd voor ontbijt. Eindelijk normaal, lekker, bruin, gesneden brood, fruit,
yoghurtje en melk met m
üesli. Een lekker dagje luieren staat op het programma vandaag: een
hele middag lang lig ik in ‘the theatre of dreams’ in een hangmat met m’n laptop. Verder doe ik
nog wat exercises, maak ik een tekening af en zet ik om acht uur de pannen op het vuur. Nadat ik
heb gegeten zet Stu de film ‘Cannabis Kid’ aan en liggen hij, zijn vrouw Owl, Odette de vrijwillig
er
en ik ieder in een hangmat de film te kijken. Morgen hoop ik dat er meer gasten zijn, zodat
ik met 
iemand een bordspelletje kan spelen, kan tafeltennissen of darten; zou leuk zijn!

MBab Eco Hostel

Woensdagochtend heb ik helemaal geen zin om, volgens oorspronkelijk plan, naar
Loulé & Querenca te gaan. Daar baal ik een beetje van, omdat ik een gratis lift kan krijgen,
maar goed: beter luister ik naar m’n gevoel! Dat betekent een uurtje in de hangmat luieren en
vervolgens op de fiets naar Estoi om van daaruit met de bus naar Faro te gaan. Veel verwacht ik
niet van de stad, omdat mensen verbaasd waren dat ik erheen ging, m
áár het oude centrum
schijnt best mooi te zijn. En dat is het! Het heeft wat weg van Olh
ão (wat niet heel gek is,
aangezien het 10 km verderop ligt), alleen is het meer uitgespreid, minder vervallen en heeft het
ook een wat “commerci
ëler” gedeelte met restaurantjes en een heleboel winkels (zelfs een Zara
en Pull&Bear) zonder een opgehoopte plek van lelijke (toeristen)shops. Veel Nederlanders hier
trouwens. Niet 
écht de moeite om deze stad te bezoeken, maar ik denk wel een betere uitvalbasis
voor de prachtige eilanden Farol & Culatra dan Olh
ão. Vervolgens (poging tot) langs ‘t water
gelopen, maar niet echt bereikbaar en volplastic afval. Onderweg passeerde ik een oude,
kunstzinnige loods: ‘Fabrica dos Sensationes’. Drankje gedronken en met lui daar gepraat. Zo’n
plek zou 
ónwijs populair in Amsterdam zijn; hier is het echter de enige en nog heel pril, maar in
ontwikkeling. Half zeven pak ik de bus terug naar het Eco Hostel boven Estoi om daar even te
niksen in de hangmat (wanneer een gekko denkt dat het grappig is op mijn wang te poepen), te
eten en later op de avond te darten met Odette & Owl (geen nieuwe gasten helaas). 

DSC_0663 DSC_0669 DSC_0700 DSC_0688

Donderdag rijd ik begin de middag met Owl & Odette mee naar Estoi waarvanuit ik de
bus naar Faro pak. Daar boek ik een nacht in het FaroWay Hostel midden in het centrum.
Ik wilde een rustig hostel en deze is, net als die in Olhão, net nieuw en nog niet zo bekend;
lekker chill. Een uurtje later vertrek ik naar Loul
é. Ik wilde óntzettend graag naar Querenca en
het “natuurgebied’ ‘Fonte Benemole’ met watervallen vlakbij, maar daar is het helaas te laat voor…
Dus loop ik rond in Loul
é, wat nogal tegenvalt: er is niets te zien. Half zeven ga ik terug met de
bus naar Faro om daar te chillen op het onwijs grote en relaxete dakterras. Eerst lijkt het erop dat
er geen leuke mensen voor de avond zijn, terwijl ik wel zin heb in een gezellig avondje (zonder
uitgaan). Zin word gemaakt door de muziek die ik buiten hoor, vanwege het “motor festival” dat
hier de komende dagen plaatsvindt. Om een uur of negen loop ik op het terras echter tegen drie
leuke boys aan: vrienden van George, de owner van het hostel. Tien jaar ouder, maar ik kan het
ontzettend goed met ze vinden! Het voelt een beetje als een keer dat ik alleen in Amsterdam

uitging en zeven (?) leuke gasten ontmoette, ook tien jaar ouder. Super relaxed: zij willen
niet meer van mij; ik niet van hen, we begrijpen elkaar, kunnen met elkaar lachen, praten,
drinken, dansen: gewoon heel gezellig! Ik ben onwijs moe, maar ga toch nog ff met ze
mee de stad in voor een drankje. Dat drankje (een hele grote cocktail overigens) voel ik al gauw
door de moeheid en hitte. Ook zij hebben geen energie voor tien meer, dus maken we er geen
latertje van.

Sevilla, 18-22 juli

The next morning word ik alweer vroeg gewekt. Ook in dit hostel is alles open en de
kamers hebben niet eens deuren; je kunt dus alles en iedereen horen. Daarnaast is het
ontbijt ontzettend karig: ‘How does it work?’ vraag ik als ik de keuken binnenloop, ik zie
namelijk nergens ontbijt staan. Het brood (wat overigens heerlijk is) staat op het aanrecht
gepresenteerd in een plastic zak en voor de rest is er niet veel meer. Na het ontbijten
volgt het tas inpakken, want verrassend genoeg, wél leuk is: door het raam hoor ik
straatmuzikanten prachtige muziek spelen! 🙂 Ik droom van een appartementje later in mooie,
Spaanse stad. Op mijn balkonnetje kijk ik uit over een prachtige straat vol leven en hoor ik de
straatmuzikanten op hun instrumenten spelen. Helaas kan ik hier niet al te lang van genieten, want
ik heb een trein te halen waarvoor ik (natuurlijk) 0 speling heb, dus vertrek ik half rennend naar het station,
waar ik wederom hijgend en met een knalrode kop arriveer. Deze keer staat de trein er
echter nog niet en moet ik zelfs nog een kwartier wachten (wat ik eigenlijk ook wel verwacht
had:
het zuiden hier, 
hè…). De trein brengt me naar Tavira en vanuit Tavira rijdt ik mee met Vasco en
zijn vriend (via BlaBla Car), en even later nog twee mensen, naar Sevilla. Prima reis; voor 8 euries
word ik afgezet op Plaza de Armas. Het hostel is een kwartiertje lopen en ligt in de wijk ‘Triana’.
Ziet er mooi uit en aardige mensen, maar de slaapkamer is echt verschrikkelijk: klein, donker en kil: een plek waar je zo gauw mogelijk weer weg wilt zijn.
De middag relax ik in de hangmat, kijk ik rond in de stad, drink ik een milkshake voor 
4,54 (!) (15% servicekosten, omdat ze twee meter naar het terras moeten lopen…), doe ik boodschapjes
om ‘s avonds een heerlijke salade en pasta te koken en is er tussen negen en elf gratis Sangria!
Na elven nog even vertoeven in de jacuzzi en
daarna naar bed. En dan begint het… Ik lig naast een dikke, oude vent die 
óntzettend hard snurkt;
zelfs met oordoppen in hoor ik hem nog. Ik ben z
ó moe en slaap na anderhalf uur nog niet, dat ik
na lang twijfelen toch maar besluit naar de receptie te gaan om te vragen of er nog een andere
kamer is… Guess what? Upgrade naar andere zes persoons kamer met badkamer ensuite, midden
in de nacht; voor mij alleen! Deze kamer voelt z
ó veel beter. Ik ben ontzettend blij, heel aardig
van
ze. De volgende ochtend moet ik helaas terug naar m’n oude stekkie (waar de man gelukkig wel
vertrokken is), omdat de rest volgeboekt is. Om 1 uur ga ik de stad in, richting Santa Cruz: een
joodse wijk. Sevilla is echt een prachtige stad en 
ónwijs groot. Alleen het historische centrum
zou al een stad opzich kunnen zijn. Ik heb ontzettend geluk: het is slechts 25 graden als ik de
stad verken; twee dagen geleden was het nog 43 (!) graden. Straatmuzikanten spelen mooie
muziek, paarden met koetsen draven voorbij, overal palmbomen en er hangt een heerlijke,
relaxete sfeer. Het is
natuurlijk erg toeristisch, maar doordat het zo groot is, zie je nergens massa’s. If you read
this Myrna: mijn moeder vertelde eens dat Dana zich aangetrokken tot Spanje voelde. Ik kan je
zeggen: ik denk dat ze hier super goed zou passen! De sfeer, de prachtige gebouwen, het Spaanse
temperament en de flamenco… Ooit komt er een dag dat zij hier rondloopt 🙂 

IMAG0305

Om drie uur heb ik afgesproken voor de Alcazar (het Koninklijk Paleis van Sevilla met
tuinen rondom, beïnvloed door onder andere de Moren en de renaissance) met een meisje van
het hostel. Niet echt mijn type, maar het is wel leuk dat we samen gaan. De Alcazar “prikkelt” me
niet echt, maar het is mooi en gezellig. Na de Alcazar loop ik zelf nog wat rond in de stad, op zoek
naar een plek om een Milka reep te kopen en in een parkje te chillen, wat beide uiteindelijk lukt 🙂

IMAG0264 IMAG0287

Eenmaal terug ben ik hélemaal op en besluit ik me even terug te trekken in m’n kamer voor wat rust Twee nieuwe, oude mannen bedenken echter dat het een goed idee is, op hetzelfde moment dat
ik wil slapen, hun bedden (waarvan 
éen boven mij) op te maken. Ik baal flink, want wil
vanavond uit:
het is zo frustrerend dat mijn lichaam zoveel rust vraagt… Tien uur sta ik toch maar op om te koken en op het dakterras Sangria met de anderen te drinken. Een groepje van zeven, leuke Franse
meiden 
waar ik eerst mee uit zou gaan vanavond, gaat toch niet. Da’s balen, maar gelukkig vind
ik
drie 
andere Franse meiden (ja, het hostel zit vol met Fransen dit keer). Ze lijken me een beetje
“zoet 
en kinderachtig, maar na een tijdje kletsen blijkt dat ze ook ontzettend van reggaeton houden
lijkt het erop dat dit weleens een leuk avondje uit kan worden. Half twee lopen we de stad in
richting Bilindo: een oplucht discotheek in park Maria Luisa die alleen in de zomer geopend is. Bij
aankomst horen we de lekkere reggaeton beat bij de buren de speakers uitkomen, dus besluiten
we daar heen te gaan. ‘Cuántos años tienes?’ (Hoe oud zijn jullie?) ‘Todos diecinueve,’ antwoord Clementine (allemaal negentien), éen van
de Franse meiden (bijna alle reizigers in Spanje die ik tot nu toe ben tegenkomen, spreken
Spaans… Maar goed, die twee zinnetjes kon ik nog wel verstaan, haha). Aiii, dat lijkt een
verkeerde zet te
zijn geweest: de man loopt weg voor overleg. Na 5 tot 10 minuten mogen we dan toch naar
binnen; 5 euro entree inclusief consumptie (waarvoor we ieder een drankje t.w.v. 6 euro
bestellen). De
Spanjaarden zijn all dressed up; geen gympie te zien. Op tafeltjes staan waterpijpen, dames
dansen achter de bar en onder palmbomen bevindt zich de dansvloer. Het eerste wat we doen, is
de dansvloer op! Zodra we de muziek horen, beginnen onze voeten te jeuken om te
dansen! Eindelijk mensen die ook van reggaeton houden en lekker losgaan: heerlijk! In het begin
ben ik nog moe en 100% nuchter, waardoor het ff duurt lekker los te komen. Maar naarmate de
avond vordert, kom ik er steeds meer in… Totdat de Francaises om vijf uur naar huis willen,
waarna ik na wat twijfelen besluit dan toch maar alleen te blijven: ik wil alles uit deze avond halen! Surprise, surprise: ik maak wat leuk contact met Spanjaarden en ben trots als ik een soort van conversatie met ze
weet te voeren met mijn gebrekkige Spaans en hun gebrekkige Engels. Tussendoor loop ik de
dansvloer op om alle Spanjaarden gek te maken met mijn moves. Samen met hen losgaan lijkt
helaas geen optie: zodra je antwoordt op hun signalen, willen ze alleen nog maar tegen je aan
schuren en
dansen en ten slotte (waarschijnlijk) de bosjes induiken. Daar heb ik geen zin in, dus dans ik
vooral alleen. Maar ja, het is heerlijke muziek, dus ik ga alsnog lekker los! Zeven uur is het hele
partijtje afgelopen en loop ik terug, in het alweer bijna lichte Sevilla, naar het hostel waar de
eersten alweer uit bed zijn om te ontbijten. Het was een mooie nacht!

De volgende ochtend moet ik er na slechts 3 uurtje slaap alweer uit om op tijd uit te
checken. Na de checkout blijf ik nog wat in het hotel hangen en om drie uur vertrek ik
naar mijn nieuwe hostel: TOC hostel. Ik wilde graag langer blijven, maar niet in die
vreselijk kamer, dus klop ik aan bij dit hostel. Jezus, het is echt of ik in een VIP hotel ben
beland! Liften, ruimte voor 120 gasten, suites, vingerprint om je kamer binnen te
komen… Het heeft eigenlijk niets weg van een hostel, maar is precies wat ik nodig
had: een rustige kamer voor mezelf (hotel is er slechts twee maanden en maar voor
40%
bezet) en een half “afgeschermd” bed (ideaal: ik houd van “holletjes” haha). Ik merk
hier wel direct dat het door de grote en meer “hotel sfeer” moeilijk is contact met
anderen te maken en je totaal
niet het idee hebt dat je in Sevilla zit, ondanks dat het om de hoek van de Alcazar en
het
Kathedraal zit. Half drie heb ik met de Franse party meiden afgesproken voor het
kathedraal. Ik snap eigenlijk niet waarom ik dit doe, want ik vind kerken etc. nooit echt
interessant van binnen, maar het leek me leuk om met hen mee te gaan. Clementine weet
met haar Spaanse taalkennis me naar binnen te smokkelen als zijnde student in Parijs
(wat de helft aan kosten scheelt). Eenmaal binnen ben ik enorm verrast. Het is echt
immens groot en onwijs mooi. Ik neem tijd om alle details op me in te later werken en te
genieten van de grote, ruimte en rust. Vooral de kamertjes ergens aan de zijkant vind ik
prachtig. Een hele “serene” sfeer of zo. Ik ben blij dat ik met de girls ben mee gegaan,
want het was absoluut de moeite waard! Na het kathedraal is het alweer zes uur en ga ik
terug naar het hostel om dit verslag te schrijven en even te ontspannen. Later in de
avond besluit ik een Happy Meal te eten, want tapas in je eentje is nou niet echt fun,
waarna ik mijn bed induik voor een lange slaap.

Maandag slaap ik lekker uit voordat ik de stad inga. Ik heb om 12 uur afgesproken
met een jongen via CouchSurfing om te “ontbijten”. Niet echt een leuke gast, maar wel hele leuke plek (La Cacharreria). Daarna ga ik terug naar het hostel waar ik een jongen tegenkom die me vraagt of hij mee kan gaan naar het park waar ik heen wil. Ik had eigenlijk meer zin om alleen te gaan en heb niet echt zin in hem, maar goed. We gaan toch met z’n tweeën. Ik heb “spijt” dat ik niet zonder hem ben gegaan en ben dan ook blij als ik de Franse meiden half vijf op Plaza Espana ontmoet en hij even later weggaat. Maria Luisa is een prachtig park en het is gezellig met de girls. De rest van de avond relax ik wat, eet ik rijst met groenten en klets ik met een paar Duitsers voor ik om 1 uur de stad in ga met, weer, de Franse meiden. We drinken wijn en vodka bij het water en gaan dan richting Betis: het is leeg. Maandag. Alle Spanjaarden rusten uit van het weekend. Er is echter éen “clubje” open, waar bijna niemand is. We gaan er toch in voor de gratis Sangria, wagen een dansje (waarmee ik ze imponeer met mijn ‘robotmoves’) en kletsen met wat boys. Om 4 uur keer ik terug naar het hostel.

IMAG0376 IMAG0370
Demo

Dinsdag doe ik wederom niet zoveel. Het is bloedje heet (43 graden) en ik ben moe, dus zin om iets te doen heb ik ook niet. ’s Avonds ga ik naar een Flamenco show in La Carboneria, wat ontzettend amateuristisch is (maar het is ook “gratis” – natuurlijk betaal je dan dubbel voor je drankje, wat overigens de slechtse piña colada ooit was). De danseres, zanger en gitarist tonen totaal geen passie, maar lijken eerder verveeld, niet op elkaar ingespeeld en zitten ook totaal niet in de “show”. Na een korte pauze doen ze echter nog een “show” (van twintig minuten) die nu toch eindigt met kippenvel: de danseres tikt glimmend van het zweet minutenlang met haar hakken als een ratelband op de vloer onder het geklap en gepingel van de twee andere heren. Na de show eet ik tapas met de drie meiden in Bar Alfalfa. Lekker, maar niet WAUW. Als dessert nog een lekker ijsje en dan vertrekken we naar Betis. Mijn intentie was deze avond niet uit te gaan, maar als we aankomen blijkt de hele straat stampvol mensen vanwege een festival. Ik blijf toch nog ff hangen om een Mojito te drinken, maar vertrek dan om 2 uur terug naar het hostel om te slapen.

DSC_0640

Dat was het dan: Sevilla. De stad van de mooie gebouwen, parken, flamenco, fiësta en tapas restaurantjes. Als ik nu terugkijk op mijn reis, de foto’s terug zie en zie van welke twee plekken ik een extra foto album op Facebook heb aangemaakt, weet ik zeker waar ik het leukst vond deze reis: Olhão en Sevilla! Het meer van Genève was ook absoluut prachtig, maar de combinatie van de hele trip fietsend en alleen doen en van de ene CouchSurf plek naar de andere hoppen, maakte het gewoon niet leuk. Nice & Cannes vond ik ook erg mooi, maar heb daar niet echt leuke mensen ontmoet. Nee, de eilanden bij Olhão en de stad Sevilla waren absoluut het leukst en zijn zeker een tweede bezoekje waard!

P.S. Sorry, voor wat “fouten” in het verslag (de gaten), maar het heeft me een vermogen gekost dit verslag “goed” te plaatsen en ik krijg ze er niet uit helaas…
P.P.S. Voor meer foto’s, zie Facebook! (de foto-kwaliteit is trouwens slechter, omdat ze met m’n mobiel zijn gemaakt: camera is kapot 🙁 )

Overheerlijk ontbijt, avondje los en hangende schouders…

Lagos, 12-14 juli

Het zit er weer op: 2 dagen Lagos zijn voorbij. Zaterdag bracht Rede Express me in een half uurtje naar Lagos voor fucking 8 euro. Kilometertje lopen en ik was daar, voor een gesloten hek. Deurbel deed ’t niet; opbellen dan maar. Hijgend van de helling en de hitte stond ik daar verschillende telefoonnummers uit te proberen (landnummer was niet vermeld). Uiteindelijk omgelopen en via de achteringang naar binnen geslopen: ‘Hallo?’ … ‘Hallo?’ Niemand daar. Geritsel. Iets bruins en harigs verschijnt vanachter de deur. Ineens slingert een aap luid brullend langs mijn hoofd. Whaaa! Ik knipper met mijn ogen. Droom ik? Ja, ik droom. Een jongen komt de trap op gelopen: ik blijk in het verkeerde hostel te zijn; Surf Hostel Algarve zijn de buren. Bij de buren word ik ontvangen door Dexter: een Nederlander. Ik word naar mijn kamer gebracht; er is niemand in het hostel. Is dat even lekker ontspannen aankomen 🙂 Een uurtje later neem ik een plons in het zwembad voor mij alleen en kruip ik in de hangmat waar ik na 10 minuten uit weggebrand word. Eind de middag verken ik het stadje: niet erg bijzonder (naar mijn mening). Eigenlijk is het niet echt een stadje, maar walhalla van restaurants, bars en winkeltjes (da’s dan wel weer leuk). Begin de avond keer ik weer terug. In het hostel blijkt het te stikken van de Australiërs, Canadazen en Amerikanen die bezig zijn een enorm uitgebreide maaltijd te koken en ik mag met ze mee-eten 🙂 Niet echt leuke mensen (Amerikanen zijn écht zóoooooo óverdrévèven!!!!!!!!!!!!!!) , maar ik mag mee-eten. 9 uur kijken we met z’n allen voetbal, waarna de tv knoerthard op Ghostbusters wordt gezet. Halverwege de film drui ik m’n bed in met de echo van de film die door ’t hele huis galmt in mijn oren.

101_5785 101_5780

De volgende ochtend om kwart voor 10 ontbijten (kan alleen tussen 9 en 10), maar ik moet zeggen: de reviews op tripadvisor liegen er niet om: een heerlijk ontbijt! Vers & gesneden brood, al het beleg dat je je maar kunt wensen, fruit, melk, yoghurt, vijf soorten müesli, quiche en müesli-cake. Vervolgens chill ik ‘m eerst weer bij het zwembad, waarna ik op strandavontuur ga. Tussen Pinhão en Dona Ana vraag ik een man hoe ik bij Dona Ana kom (ik weet op dat moment niet dat ik vlakbij ben, maar heb wel zo’n vermoeden). ‘Three kilometers,’ zegt ‘ie, maar dat het strand hier ook heel mooi is. We praten een minuut of tien. ‘I can bring you by car if you want,’ zegt ‘ie dan, maar ik besluit te blijven. Dona Ana blijkt slechts 300 meter lopen te zijn… Ik nestel me op mijn badhanddoek op een ander strandje, maar houd het daar niet lang uit door de immense hitte en keer gesloopt terug naar het hostel voor een plons in het water en 1,5 uur lang dommelen op de bank. Net of ik thuis ben. Rond Nederlandse etenstijd stromen de mensen binnen. Ik eet weer met dezelfde mensen, maar heb dit keer mijn aandeel: een salade die slechts 1 gast durft te proeven, maar hij vindt hem óverheerlijk 🙂 8 uur kijken we de match met elkaar; de tweede helft neem ik een douche en een nap. Na de wedstrijd zit de uitgaansstemming er goed in en ben ik er ook helemaal klaar voor. Om éen of andere reden blijft iedereen echter een uur hangen, wat er uiteindelijk toe leidt, dat niemand meer wil (NEEEEE, niet wéér niet!!! Lang wachten resulteert altijd tot niet gaan…), béhalve éen jongen. Dus gaan we met z’n tweeën de stad in. Barretjes, clubs, drankjes en muziek. Het is een leuke avond en in Grand Café pakken we het podium en gaan we helemaal los! Omdat het een surfplaats is, heerst er een heerlijke ‘laid back’ sfeer en zijn er coole mensen. Desalniettemin is het geen ‘wauw-avond’ voor ons beiden en om éen of andere reden (wat het normaal wel doet) pept déze avond me helemaal niet op. Maar goed, het was wel geslaagd, op zich 😉

Maandagochtend heb ik nog geen idee wat ik met m’n dag ga doen. Ik voel me “down”, zie ff geen perspectief meer in deze hele trip en ben even helemaal van de kaart. Daarnaast (wat is dat toch met die meiden?) werd ik wederom vroeg gewekt door eindeloos gepruts & gewroet in tassen en het op en af doen van dekseltjes op potjes (crèmepjes?), waardoor ik onwijs moe ben. Jongens zijn zó veel chiller… Half twee ga ik dan toch maar met goede moed de stad in: ik koop een klein bootje (souvenir) die ik sinds Italië vorig jaar (daar had ik er éen gezien, maar niet gekocht: muts!) al wil, ga ik naar “de meneer” voor een handgemaakt enkelbandje (hij was het gisterenmiddag vergeten en ’s avonds had ik geen zin meer naar ‘m toe te gaan) en reserveer ik een plaatsje voor een 1 uur-durende tocht langs de grotten om half drie: een ‘must do’ (of kajakkend langs de grotten) hier in Lagos die veelvoudig wordt aangeboden. Ik verwacht er niet te veel van en dat is maar goed ook: de Portugese “gids” scheurt mij en vier Engelsen langs de rotsen en roept bij elke rots wat het zou moeten voorstellen (‘Elephant’, ‘Titanic’, ‘Michael Jackson’…). Slechte gids, maar dat boeit me niet: ik wilde ff op het water zijn en heb óntzettend leuk gezelschap. Héle aardige Engelsen: een echtpaar met zwangere dochter en haar vriend.

101_5802

Na de boottocht zeg ik Coral, Gary, Amber & David gedag en keer ik terug naar het hostel om een plons in het zwembad te nemen en op een luchtbedje rond te dobberen: fijn. Vervolgens in een ‘rush’ (die flink uitloopt door het heerlijke eten van mezelf en lekkere koeken van het hostel die ik mee wil nemen) mijn spullen pakken en half rennend naar het treinstation. Met een knalrode, gloeiende kop beland ik drie minuten voor tijd in de trein. Pfieuw! Ik zie drie duitse backpackers in de trein die er wel chill uit zien, maar helaas slapen en besef dan dat reizen eigenlijk het uitgelezen moment is leuke mensen te ontmoeten. Ik wacht echter vaak tot de hostels waar ik de twee meiden uit Argentinië (in Nice), jongen uit Italië (in Cadiz) en twee gasten uit Canada (in Lagos) het leukst vond. Helaas met allemaal niet héél veel kunnen optrekken, omdat ik vetrok, zij vertrokken of onze plannen ernom van elkaar afweken. Het sloot gewoon niet lekker aan. En in de treinen zie ik altijd alleen maar hele groepen. Stap daar maar op af… En doe je dat, dan was het makkelijker geweest als ik geen reisplan had. In Azië of Australië zal het stukken makkelijker zijn mensen te ontmoeten: backpackers all over. Het is toch niet niks, zo’n reis alleen… Doordat vijf weken lang dingen constant tegenvielen en ik de hele tijd weer energie bijeen moest rapen voor hoop op een beter vervolg en verdergaan, lijkt elk sprankeltje vreugde een beetje uit me gezogen te zijn en is het moeilijk nog écht blij te kunnen zijn en te kunnen genieten. Het gaat goed, maar het is verre van een onwijs gave, nooit te vergeten reis. Vrijheid (niet gebonden zijn aan openbaar vervoer, maar je eigen busje hebben) en “broederschap” (leuk gezelschap) zijn de twee belangrijkste, ontbrekende componenten. Eigenlijk maakt het geen reet uit of je in een geweldige stad bent of niet, het belangrijkst is een leuke plek/accommodatie met leuke mensen! En als je die niet vind… Ja, dan beginnen de schouders steeds lager te hangen…