Sevilla, Facinas, El Palmar, Caños & Tarifa, 23- 28 juli
Woensdag weet ik nog niet precies wat ik ga doen. Ik wil in ieder geval even de stad uit en de natuur in. Na een hoop gegoogle (het is lastig zonder tent en eigen vervoer) vind ik uiteindelijk iets via Airbnb in de buurt van Facinas: ‘Project Off Road’. Het ziet er leuk uit en is een soort eco community grenzend aan een natuurgebied en op slechts 10 km afstand van het strand, dus besluit ik om 17:30 de bus die kant op te pakken (ik heb dan nog geen reactie terug van ‘Flow’ (de eigenaar van de plek), dus ga er eigenlijk een beetje op de ‘Bonne Voy’ naartoe, maar denk dat ’t wel goedkomt). Als de bus 2,5 uur later op een grote weg in de buurt van Facinas stopt, heb ik een beetje mijn twijfels; het is namelijk nogal in ‘the middle of nowhere’. Ik stap toch maar uit en zie gelukkig aan de andere kant van de weg een café-restaurant waar ik vast wel even mijn mail kan checken. Ik steek de grote weg over en loop rondom het gebouw: niets, geen leven. Het is gesloten. Ik loop naar de achterkant van ’t gebouw en wonder boven wonder stopt daar net een taxi; te toevallig (waardoor ik natuurlijk ook extra alert ben)! Ik laat hem een foto van google maps zien waar de accommodatie ongeveer zou moeten zijn. Voor zeven euro brengt hij me een heel stuk op weg; de laatste 400 meter loop ik zelf. Pittig met al die tassen op een zanderig & stenerig pad, maar uiteindelijk sta ik voor een groot hek. En wat zie ik daar…? Twee naakte mensen. ‘Is this Airbnb?’ roep ik naar ze. ‘Yeah, come in!’ antwoord éen van de twee. Onhandig open ik het hek en loop ik het terrein op met mijn drie tassen. Flow blijkt de “jongen” te zijn; hij geeft me een knuffel, naakt. Ik doe maar of het de normaalste zaak van de wereld is; de tweede naakt-ervaring deze reis. Niet dat het ábnormaal is, maar dit had ik ff niet verwacht. Op éen of andere manier kan het me eigenlijk niet héel veel schelen, net als die keer in Nice; ik blijf er gewoon neutraal onder. En dan zit ik daar wat op ’t gras met al mijn spullen in de nabijheid van deze twee nudisten. Ik heb geen idee hoe en wat; er wordt me niets verteld. Al mijn centen zijn ook op, maar het is oké als ik het later overmaak, zegt ‘ie. Ik kijk dan zelf maar wat rond: in de bekers in de keuken zitten spinnenwebben en mieren, de bank waar ik op wil zitten kleeft aan m’n kont en de spiegel bij de douche zit vol vieze spetters. ‘Ach ja, boeien!’, denk ik eerst, maar als hij mijn slaapplek laat zien die onwijs rommelig en waarschijnlijk ook niet schoongemaakt is, zeg ik er toch maar wat van. Dit is gewoon geen plek waar je gasten kunt ontvangen: vies, rommelig en totaal niet “klantgericht”. En dan ben je wel geen vijf sterren hotel (zoals hij zich verweerde), maar gasten betalen er wel voor… Na dit “akkefietje” doen we toch maar normaal tegen elkaar en ga ik op tijd slapen.
De volgende ochtend wil ik meteen weg. Half twaalf zijn ze nog niet wakker, dus laat ik een briefje achter met mijn mailadres waar hij zijn bankrekeningnummer naar kan sturen, zodat ik het geld kan overmaken (ik weet dat dat niet hoort, maar ál mijn geld was op, ze hadden geen internet om het geld gelijk over te maken en het was echt een prut plek) en vertrek ik lopend als een pakezel over het baggerpad naar Facinas. Het is pittig, maar gelukkig niet bloedheet en ik voel me nu een echte backpacker/avonturier. Op de geasfalteerde weg twijfel ik of ik ga liften, maar ik besluit dat ik trots op mezelf kan zijn als ik het zelf naar Facinas maak. Eenmaal aan de rand van Facinas ben ik onwijs blij dat er een restaurant met Wi-Fi is, zodat ik vandaaruit mijn reis verder kan plannen. Wat ben ik blij dat ik niet in een échte ‘middle of nowhere’ zit. Ik wil super graag naar éen van de mooie stranden Caños de Meca, Zahara de los Atunes, Bolonia of surfplek El Palmar, maar een accommodatie en transport vinden is echt een onmogelijke opgave. Ik raak steeds verder van de echte plek waar ik heen wil vandaan (op google maps) en kom uiteindelijk weer uit in Cadiz. Gelukkig vind ik een BlaBlaCar die me hier kan oppikken: lucky me! Dus zo eindigt het avontuur hier en rijd ik met Antonio mee naar Cadiz, waar ik bij backpackers hostel Cadiz Inn aanklop: op internet helemaal volgeboekt, maar in real life blijkt er gelukkig nog een plekje te zijn. Het ziet er niet érg leuk uit, maar de mensen zijn onwijs aardig en ik deel een kamer met drie gezellige Duitsers. Als ik dan eindelijk mijn bed opplof en mijn (moeders) wandelschoenen uittrek, schrik ik me een hoedje: mijn rechtervoet is bezaaid met muggenbulten van mijn kleine teen tot en met m’n enkel: het zit hélemaal vol; net of ik een rare ziekte heb. Meer dan vijftig, misschien wel tachtig. Nee, geen grapje; dit keer overdrijf ik niet! Ook op de rest van mijn lichaam stikt het van de muggenbulten, maar die voet slaat alles; hij is nauwelijks nog te zien. Slapen is die nacht, naast de ontiegelijke warmte (geen airco), dan ook een hel…
De volgende ochtend wil ik dan eindelijk écht naar ’t strand: hippie playa Caños de Meca. Maar weer is vervoer een probleem: geen bus; geen BlaBlaCar. Wat zou ik toch graag dat oude VW campertje hebben: geen gezeur de hele tijd. Ik kies er dan maar voor naar Conil te gaan: een aardig surfersplaatsje met een heleboel (souvenir)winkeltjes en restaurantjes en ik eindig in echt een héle leuke: Waki Mama! Zo’n heerlijke, relaxete sfeer, goede muziek, goed eten (wat ik zag) en ótnzettend leuk ingericht. Top plek! Vervolgens tijd op strand gelegen en daarna met de bus terug naar Cadiz.
Zaterdagochtend weet ik weer niet wat ik ga doen. Het liefst zou ik eigenlijk naar een lekker relaxed spa hotel gaan óf naar huis. Maar in het hoogseizoen is het zo lastig iets te vinden en voor de 28e heb ik al een hostel in Granada geboekt waarvan ik tussendoor vijf keer de data gewijzigd heb, dus ik kan het nu gewoon niet cancelen… Ik ben het heen en weer reizen echter gewoon zat. De dingen die ik nu nog op het programma staan lijken me (en leken me voordat ik vertrok eigenlijk al) het leukst, maar ik ben nu al ruim zes weken van huis weg, waarvan een groot deel van die tijd niet écht leuk was (wat je afmat en “zwakker” maakt) en heb ik het nu eigenlijk ook wel gehad en ben ik eraan toe “iedereen” weer te zien. Maar goed, twaalf uur pak ik dan toch maar de bus naar Caños die verbazingwekkend genoeg vrijwel leeg is. Daar ga ik opzoek naar een hostel… Wat een hele opgave is: het is hoogseizoen en weekend, dus alles zit vol. Daarnaast heb ik geen tent en ben ik afhankelijk van het openbaar vervoer, wat zó frustrend is. Ik wil gewoon naar die mooie stranden en surfen!! Na twee uur rondstruinen en nog geen hostel gevonden te hebben, besluit ik dan maar de bus terug naar El Palmar te pakken. Ook in El Palmar vraag ik hostels, maar echt álles zit vol. Ten einde raad (nou ja, als ik écht niets heb, kan ik terecht bij twee CouchSurfers in Conil, dus het is niet het éinde van de wereld…) loop ik naar Surfschool ‘On the Spot’ waar ik om vijf uur een surfles kan doen. Stiekem hoop ik, omdat zij de ‘locals’ zijn, dat zij wel iemand voor me weten. Bezweet en op kom ik daar aan. Ik doe mijn verhaal en moet moeite doen mijn tranen (die daar al de hele dag verborgen zaten) in te houden. Maar oh, wat heb ik een geluk: de moeder van Jochen, een Belg die de eigenaar van de surfschool is, slaapt hier in een appartement alleen en wil mij wel bij haar laten slapen. Ah, en dan komen de tranen. Van al het gedoe vandaag én van opluchting. Dan is het tijd om even te relaxen en om kwart voor zes gaan we, vijf Spanjaarden, de surflerares (Jochens vriendin) en ik, naar het strand. Ik heb het op het droge vrij snel onder de knie en in het water gaat het redelijk. Maar de golven worden al gauw steeds minder, waardoor het bijna onmogelijk is nog te surfen. Voor beginners is het hier echter perfect, want het zijn echt golfjés. Door de hele dag vind ik het niet écht leuk, maar later deze reis ga ik zelf nog wel de golven pakken. ’s Avonds ga ik lekker op tijd om bed om heerlijk te slapen 🙂
Zondag vertrek ik naar Caños om daar op het strand te chillen en keer ik eind de middag terug naar El Palmar om met een stuk of acht mensen te surfen. Weer niet écht leuk, maar chiller dan de eerste keer. Daarna is het ’s avonds tijd voor vervoer uitzoeken voor morgen in populair lounge café El Dorado (tevens éen van de weinige plekken in El Palmar met internet), met paps en mams bellen, 11 uur avondeten maken en vervolgens m’n bed in stappen. Dat waren mijn daagjes in muggenmekka en surf El Palmar dan. Morgen ga ik naar Tarifa en vandaaruit naar Granada. Nog ruim een weekje leuke dingen (hoop ik) en dan lekker terug naar huis. EINDELIJK!
Hasta Luego! xx